Beschouwing


De mens is een sociaal wezen dat veelal onbewust zoekt naar zijn verbondenheid met zijn medemens. Zodra hij iemand ontmoet met eenzelfde belangstelling, hobby, geboorteplaats, familienaam en of verwantschap zal deze verbondenheid onmiddellijk voelbaar zijn. Om verwantschap vast te stellen is in de meeste gevallen genealogisch onderzoek nodig. Juist door dit genealogisch onderzoek wordt men zich bewust van de familiare verbondenheid van alle individuen, die op hun beurt door de eeuwen heen onderdeel zijn van een grote familie, de totale mens. En met deze totale mens bedoel ik alle mensen die nu leven en ooit geleefd hebben.

In deze context van de totale mens manifesteert ieder mens zich slechts in een fractie van de tijd, om vervolgens als bladeren in de herfst weer te verdwijnen. Zo maakt hij plaats voor nieuw leven. Dit alles aan de omvangrijke stam van de totale mens, in een eeuwige cyclus van geboorte en dood. Elk nieuw blad is hierdoor een reïncarnatie van het vorige blad, dat in de herfst nog aan dezelfde tak met de stam was verbonden om zijn bijdrage te leveren aan het grote geheel.

Zo ook draagt de individuele mens zijn steentje bij aan de totale mens, alleen wij kunnen de takken die hem met het grote geheel door de tijden heen verbinden niet waarnemen. Geen mens is hierin belangrijker dan de ander, wij weten immers niet hoe het grote geheel van de totale mens er uit ziet, m.a.w. als je alle bladeren die niet aan een bepaald ideaalbeeld voldoen van de boom zou verwijderen komt dat de boom niet ten goede. Het moge duidelijk zijn dat met dit inzicht het onmogelijk is onze medemens opzettelijk schade toe te brengen, daar wij ons er immers van bewust zijn dat wij ons en onze kinderen indirect schade toebrengen.

Een van mijn voormoeders van vaderszijde werd in de 16e eeuw door een tribunaal waarin een voorvader van moeders zijde zitting had veroordeeld wegens hekserij. Stel dat het leed dat hij mijn voormoeder aan deed genetisch wordt doorgegeven, dan schaadt hij op dat moment zijn eigen nazaten. Des te verder je terug gaat in de tijd, des te omvangrijker wordt de familie. Het is zelfs niet onwaarschijnlijk dat we hierin ook de dieren en zelfs planten, kortom alle levende wezens zouden moeten betrekken, als je maar ver genoeg terug gaat. We spreken dan niet meer van de totale mens, maar van het totale leven dat we dan eenvoudiger GOD kunnen noemen.

Een neef van mijn grootvader, dominee Simon Haiko de Groot sprak aan het graf van mijn grootvader o.a. de volgende woorden, "Ja, Jan Pieter nu word je gebracht naar dien ouden Pastoorsweg, langs welken jij zo vaak bent gewandeld en hebt gereden. Misschien hoor je mij wel op dit ogenblik, wie weet welke geheimen er verborgen zijn achter ons aardse leven". Hij getuigt hier van een groot inzicht, dat de existentie van het bestaan niet begrenst hoeft te zijn door onze zintuiglijke waarneming. Kortom er is geen beter middel dan de genealogie om ons van deze verbondenheid met onze medemens bewust te maken.

Home