Boerderij "De Olde Stoeve" in Nieuwolda
De boerderij staat aan het Kattendiep en is vanaf de weg d.m.v. een lange oprijlaan te bereiken. De boerderij stond voor de brand eind 19e eeuw andersom, met het woongedeelte naar het Kattendiep. Het was omgeven door een brede gracht. In het Utrechts Nieuwsblad van 10 april 1895 staat dat door onbekende oorzaak op zaterdagnamiddag (6 april) de kolossale boerderij van de heer B. Dallinga te Nieuwolda geheel is afgebrand. De levende have bestaande uit 14 koeien, 3 paarden en een varken met 14 biggen konden niet gered worden. De boerderij heeft zijn naam te danken aan een oude klooster dat ooit op deze plek stond. Dit klooster is in het begin van de 13e eeuw gesticht, en droeg de naam Campus Silvea, wat Boskamp betekend. Dit klooster werd in 1456 ook wel d’ olde Stove genoemd, dat in het oudfries “oude kerk” betekend. Het klooster werd al weer in 1299 wegens wateroverlast verlaten.
Bewoningsgeschiedenis van de boerderij
1649 Jacobien Tjacke Upkens
1650 Tjarke Tepkens en Auwke Wiers
1668 Take Gerrits en Ike Tammes
1728 Gerrit Reindts Takessen
1733 Arend Willems en Trijntje Takens
1764 Cornelis Fockens en Aaffijn Wubbes
1771 Harm Smedes en Iktje Cornelius
Fockens
1778 Focko Cornelius Fockens en Anna
Tammes
1804 Cornelius Focko Fockens en Frouwke
Jans Kolk
1823 Fokko Cornelius Fockens en Martje
Sibolts Dethmers
1867 Luitjen
Jans de Groot en Anna
Fockens
1891
Berend Dallinga en Martje
de Groot
1923 Luitjen Dallinga en Jacobiena
Doornbos
1927 Derk Jans Dallinga en Aafke
Lesterhuis
1957 Bernard Dallinga en Johanna Jacoba
Kloosterhuis
1994 Jacob van 't Westeinde en Neeltje
Martina Bolier
(uit: Honderd jaar landbouwvereniging Nieuwolda - Nieuw Scheemda, door: R. Georgius en Ir. L.A.H. de Smet)
Momenteel heeft de boerderij een vakantiebestemming
Op de foto rechts: een handgemaakte varkensleren bonen-zeef uit 1869 met de initialen "L J de G" vergezeld van het jaartal 1869. Deze zeef van Luitjen Jans de Groot is nog te zien in de schuur van de Museum-Boerderij Hermans Dijkstra aan de Reinste Abdenaweg 1 te Midwolda.
De hierna volgende herinneringen aan de
boerderij "De Olde Stoeve" en de familie Dallinga zijn door Hemmy
Dijkhuis aan de kleindochter van Berend Dallinga en Martje de Groot geschreven.
Hemmy is de dochter van Renske
van der Veen en kleindochter van Jan van der Veen en Jantje Bos
. Het verhaal getuigt van een harmonische verstandhouding en wederzijds
respect tussen werknemer en werkgever in een periode waarin het ook wel
eens anders was. Haar verhaal heb ik hier cursief, aangevuld
met foto's en genealogische informatie,
onveranderd weergegeven.
Omstreeks 1900 woonde in
het Oosteind van Nieuwolda, als men ongeveer
op de helft is, en men gaat een oprijlaan op, een boer die de naam
Berend Dallinga droeg. Nu na zoveel jaar kom ik tot de ontdekking, dat
mijn opa Jan van der Veen op de boerderij gewerkt heeft bij Bernard en
Koos hun opa Berend Dallinga. Op 5 october 1985 kregen Koos en ik
daarover
een gesprek, toen vroeg Otto de man van Koos aan mij of ik daarover nog
iets kon vertellen. Dit wil ik dus proberen.
Berend Dallinga,
landbouwer op boerderij nr.32 (BB.Nieuwolda) "Olde
Stoeve", geboren te
Oostwolderhamrik op 6 september 1867, wonende te Nieuwolda, overleden
te Groningen op 23 mei 1921, 53 jaar oud. Zoon van Derk Jans Dallinga
(landbouwer) en Wubbina Hemmes. Berend is getrouwd te Nieuwolda op 19
mei 1891, op 23-jarige leeftijd met Martje de Groot (22
jaar oud), geboren te Nieuwolda op 30 augustus 1868, overleden aldaar
op 17 juni 1936, 67 jaar oud, dochter van Luitjen Jans de Groot
(landbouwer, boerderij nr.32 (BB.Nieuwolda) "Olde Stoeve" en rentenier)
en Anna Fockens.
Uit dit huwelijk:
Mijn opa had bij de familie Dallinga een goede baan als arbeider, zelfs werkte mijn opoe Jantje Bos er wel. Later vertel ik wel hoe dat is gegaan. Bij mijn grootouders (van der Veen) waren 5 kinderen, Jan, Renske, (wat mijn moeder was) Trijntje, Dievertje en Mattheus. Ten eerste heeft mijn moeder, toen ze de lagere school had doorlopen ook intrek genomen op de boerderij van Dallinga, als kindermeisje. De oudste zoon van Dallinga had niet zo'n kindermeisje meer nodig, maar omdat hij nog een jongere broertje en zusje had was Renske als kindermeisje wel nodig om de kleintjes bij te staan in allerlei werkjes. Maar ook mijn moeder was nog kind. Dat was vroeger zo, als men als kind van 13 jaar van school kwam, moest men zo gauw mogelijk, mee gaan geld verdienen. En gelukkig is zij ook een goede haven ingezeild. Ook haalden ze met elkaar, wel eens kattekwaad uit. Ik hoorde eens van mijn moeder het volgende verhaal. Om de boerderij lieppen de kippen om overal een graantje weg te pikken. En wat deden die twee, jullie vader en mijn moeder. Ze gaven de kippen pitten van kersen, geen gewone pitten, maar de kersen waren in brandewijn ingemaakt, dus de pitten waren ook door dat heldere vocht doordrongen. De kippen begonnen gretig in de pitten te eten, maar wat gebeurde er na korte tijd? Al de kippen begonnen te slingeren, ze waren stomdronken, maar dat hadden Renske en Derk niet door, mijn moeder vertelde, ze waren allebei heel bang geweest dat de kippen dood zouden gaan. Gelukkig liep alles goed af. Je ziet dat was weer echt kinderspel, al ben je ook in betrekking als kindermeisje je bent zelf nog kind.
Toen mijn
moeder ongeveer 18 jaar was, werd haar gevraagd door Berend
Dallinga zijn vrouw Martje de Groot, of Renske wel huishoudster wilde
worden, bij haar vader Luitjen Jans de Groot, die (8-3-1917) weduwnaar
was geworden. Maar mijn moeder vond zich daar veel te jong voor, om die
taak op zich te nemen. Maar er werd steeds weer over gepraat, doe het
toch Renske, dan is mijn vader ook weer gered, zei Martje Dallinga de
Groot. Weet je wat we afspreken, je probeert het eerst, en kom dan
iedere middag bij mij thee drinken, dan heb je wat meer afleiding. Nu
het is dan zover gekomen, dat mijn moeder er niet, een korte tijd is
geweest, maar tot haar trouwen, vanaf haar 18e jaar tot haar 33e jaar.
Toen mijn moeder verkering kreeg, zag ze er tegenop om de Groot dat te
vertellen, omdat die het heel erg zou vinden als ze weg ging. Maar ja,
toen moeder ging verloven met Klaas Dijkhuis, moest ze het wel zeggen.
De Groot vond het heel erg, vroeg haar wanneer ga je dan trouwen?
Moeder zei dat duurt nog wel 2 jaar. De Groot heeft het niet meer mee
gemaakt, hij is voor die tijd nog gestorven.
Foto links: Luitjen Jans de Groot op oudere leeftijd.
De schoenmaker Klaas
Dijkhuis, geb. te Spijk, zoon van Engbert
Dijkhuis en Hemke
Mulder, trouwde op 16 mei 1918 te Nieuwolda met
Renske van der Veen,
geb. te Nieuwolda, dochter van Jan
van der Veen en
Jantje Bos.
Jan van der Veen overleed te Nieuwolde 29-6-1941 (84 jaar),
en Jantje Bos aldaar 7-7-1936 (75 jaar).
In het gezin van mijn grootouders ging alles goed, ieder had zijn werk
maar de jongste Mattheus, die wat achteraan kwam moest van school, ja
wat moet die nu? Hij had een goed stel hersenen, leerde vlot, het zou
fijn zijn als hij eens verder ging leren, maar dat viel in het gezin
niet mee. Toen zegt Berend Dallinga tegen opa v.d. Veen, wat doe je nu
met Mattheus die zo goed leren kan? Van der Veen, dat weten we niet. Nu
zegt Dallinga ik heb een voorstel, als uw vrouw nu regelmatig eens bij
ons komt, om mijn vrouw te helpen, we hebben vaak heel veel dingen te
doen, dan kan zij hiermee ook geld verdienen, en kunnen jullie Mattheus
laten leren. Nu dat is gebeurd, mijn opoe heeft heel wat gedaan op de
boerderij in de tuin bijvoorbeeld, bessen, appels, peren, kersen enz.
plukken, ook in huis heeft ze de verfkwast gehanteerd. En met mijn oom
Mattheus is het ook heel goed gegaan, hij is naar Siddeburen gegaan,
daar heeft hij de onderwijzers akte gehaald en later hoofdakte, wis en
natuurkunde, en is jaren lang onderwijzer aan de Mulo geweest. Wat kan
men als mensen veel voor elkaar doen in het leven.
Foto links:
het
renteniershuis van Martje de Groot naast het oude gemeentehuis in
Nieuwolda. Het gemeentehuis is in 1929 door architect en directeur
gemeentewerken Jan Benninga (1894-1970) gebouwd. Hij was een
leerling van architect
Klaas Siekman (1878-1958) te Zuidhorn. Mogelijk heeft hij of zijn
leermeester ook het renteniershuis van Martje Dallinga de Groot
gebouwd, wat het bezoek van de architect Klaas Siekman omstreeks
1934 zou kunnen verklaren.
Foto rechtsonder:
Martje de Groot (rechts) met haar schoondochter Aafke Lesterhuis,
voor
het renteniershuis in Nieuwolda. De DODGE XG-serie met kenken A-795 uit 1933 zal
van de architect Klaas Siekman (1878-1958) te Zuidhorn zijn. Hij
kreeg dit kenteken op 9 oktober 1911 toegewezen.
Wanneer
jullie opa Berend Dallinga is overleden weet ik
niet, maar zelf zullen jullie dat wel weten. Zelf weet ik nog heel
goed, dat jullie oma (Martje de Groot) gewoond heeft in het witte huis
naast het
gemeentehuis. Ik ging altijd even met mijn moeder naar haar toe. op 30
augustus als ze jarig was. Mijn moeder ging vaak eens naar haar toe,
vooral de laatste jaren van haar leven, en toen zij 17 juni 1936
gestorven is, was mijn moeder bij haar. Maar de band met de
familie
Dallinga bleef, ook toen gingen we naar de boerderij op bezoek, verder
genoten wij van de vruchten die groeiden in de tuin. Nu is mijn moeder
reeds 24 jaar geleden gestorven, en vind ik het heel fijn dat ik weer
eens bij jullie geweest ben, en omdat jullie vroegen of ik nog eens wat
wilde vertellen, heb ik nu dus, enkele flitsen uit het leven van de
familie Dallinga aan jullie doorgegeven.
Hemmy Dijkhuis
Bovenstaande familiefoto is genomen in mei 1925 op de trouwdag (40 jaar) van Jan van der Veen en Jantje Bos. Het is afkomstig van Wilma Swijgman uit haar op genealogieonline gepubliceerde stamboom Swijgman en Meulman. Van links naar rechts: Jan van der Veen, Trijntje van der Veen, Dievertje van der Veen, Klaas Dijkhuis, Renske Dijkhuis - van der Veen, Matheus van der Veen, Jantje van der Veen - Bos en Thekalina Bouwina van der Veen - van der Velde.