Een geborduurd Groninger stadsgezicht in het museum MUSEON te Den Haag .



In de collectie van MUSEON te den Haag bevindt zich een geborduurde stadsgezicht van Groningen. Het is onder inventaris nummer 48606 omschreven als Een merklap met een voorstelling van de stad Groningen met zijn kerken en torens. Op de voorgrond zijn de stadswallen geborduurd. De lap is gemerkt: "Groeningen. PA.", meet 14 bij 43.5 cm. Het was gedateerd als een 18e eeuws doek. De datering is inmiddels na mijn reactie door de conservator van het museum aangepast in "vermoedelijk omstreeks 1600".

Vanwege mijn twijfel over de datering heb ik het museum om aanvullende informatie gevraagd. Het doek blijkt op 26 mei 1936 door het museum van een onbekende handelaar te zijn aangekocht. Bij de beschrijving in het oude inschrijfboek staat “XVIIIe eeuw (?)”. Bij inschrijving werd kennelijk al getwijfeld over de datering. Deze twijfel is een eigen leven gaan leiden en bij de latere digitale registratie weggelaten. Het doek is door vochtinvloeden vlekkerig en donkerder geworden en de kleuren zijn behalve rood en zwart sterk verbleekt. De randen van het doek hebben geen zelfkant of zoom. Om  verdere afrafeling te voorkomen heeft men dunne strookjes bruin papier aan de achterkant gelijmd. Mogelijk heeft de merklap in een lijst gezeten of is onderdeel van een groter geheel geweest.



Met behulp van de minder verbleekte kleuren aan de achterkant van het doek heb ik de oorspronkelijke kleuren zo goed mogelijk trachten te reconstrueren. Om een betere vlakverdeling te krijgen heb ik de bovenkant en zijkanten van het doek aangevuld.

In het midden tussen de naam GROENINGEN is het stadswapen van Groningen geborduurd. Linksboven is een vogel (mogelijk een raaf) geborduurd en rechts een huismerk. Het duidelijkst herkenbaar zijn v.l.n.r de Martinikerk met zijn toren zonder spits, de Broerkerk en de in rode baksteen opgtrokken Aa-kerk met eenIn de stadswallen zijn v.l.n.r. de Ebbinge- en de Boteringe poort te zien.

Afbeelding rechts: Het (door mij ingekleurd) stadswapen van Groningen zoals deze is afgebeeld op het titelblad van het Groningse stadboek van 1556. Opmerkelijk zijn de dunne lange halzen van de adelaars, die op later gedateerde afbeeldingen veel korter en dikker zijn. Het schildje tussen de voorpoten wordt vanaf ongeveer 1570 op de borst geplaatst zoals ook op de merklap is te zien. (Bron: Zegel wapen en vlag van de stad Groningen, door Dr. A.T. Schuitema Meijer en W.K. van der Veen)

In 1577 werd Groningen belegerd door Spaanse en Waalse troepen, maar de stad wist deze belegering af te slaan. Uit blijdschap staken de Groningers vreugdevuren aan op de derde trans van de toren. Ze staken tonnen met pek in brand, die daarna onverhoopt ook de rest van de toren in rook deden opgaan. Ook op de kaart van Nicolaes van Geelkercken uit 1616 is te zien dat de spits van de Martinitoren mist. Het herstel van de Martinitoren werd in 1627 voltooid met de plaatsing van een pijnappel op de spits. Om een beter inzicht en mogelijke datering van de merklap te vinden heb ik deze vergeleken met de volgende stadsgezichten van Groningen uit eind 16e begin 17e eeuw. De tussen 1570 en 1590 gemaakte van et stadsgezicht op de kaart van Egbert Haubois 1630-1640, het album amicorum van de rechtenstudent Friedrich Ludwig Helder, tussen 1632 en 1639, 1640-1660 en het stadsgezicht op de kaart van de gebroeders W. en F. Coenders tussen 1675 en 1680.


De tussen 1570 en 1590 gemaakte van

Tussen 1608 en 1624 werden alle muren en verdere verdedigingswerken vervangen door een veel grotere en bredere omwalling en omgrachting met nieuwe poorten en bruggen.

Het stadsgezicht uit het album amicorum 1632-1639 van de rechtenstudent Friedrich Ludwig Helder.

Het stadsgezicht op de kaart van Egbert Haubois 1630-1640.

Gravure uit een der boeken van Lodovico Guicciardini 1521-1589. Deze boeken werden geïllustreerd met kaarten, stadsgezichten en plattegronden. Hierin ook een stadsgezicht Groningen vanuit het zuiden met daarop de afbrandde Martinitoren.

Als wij van deze gravure een uitsnede van de bebouwing maken en deze horizontaal omklappen kunnen wij deze, wat de locatie van de gebouwen betreft, goed gebruiken voor de vergelijking met de stadsgezichten vanuit het noorden.

Ter vergelijking heb ik de merklap tussen de diverse stadsgezichten geplaatst met de Martinitoren op een verticale lijn. De

Het stadsgezicht op de kaart van de gebroeders W. en F. Coenders tussen 1675 en 1680 heb ik vanwege de zeer sterke overeenkomst met die van Egbert Haubois 1630-1640 weggelaten.


1640-16601675-1680.

Omstreeks 1500 werden er al traditionele torenspitsen vervangen door elegante peervormige bollen met open ornamenten, die later vaak dicht gemaakt werden. Overigens moeten we er wel rekening mee houden dat de afbeelding niet op alle punten overeenkomen met de toenmalige werkelijkheid. De toren van de A-kerk is in de 16e eeuw meerdere malen hersteld, waarbij er momenten geweest kunnen zijn dat er wel of geen ui op spits zal hebben gezeten. In Prins Maurits, in 1619 werd de toren hersteld met materiaal verkregen uit afbraak van de St. Walburgs kerk, in 1671 door een blikseminslag en op 23 april 1710 stortte de toren voor de tweede keer onder hevig geraas nogmaals in.

1640-1660

Het stadsgezicht op de kaart van de gebroeders W. en F. Coenders tussen 1675 en 1680

Haubois 1630-1640 en het stadsgezicht van 1640-1660 een torenspits met daarop een Ui hebben gehad.

Zichtlijnen

Door op de kaart een zichtlijn van de achterkant van de martinikerk en rechterkant van Ebbingepoort te trekken kunnen wij de positie van de aanschouwer van het stadsgezicht bepalen. De lijn loopt naar het noordwesten en snijd in het Noorder plantsoen de in het verlengde van de huidige Nieuwe Boteringestraat liggende Moesstraat. Een grotere afstand lijkt gezien de detaillering van de gebouwen niet waarschijnlijk. Waaruit blijkt dat de afbeelding van voor de grote uitbreiding van de stad in 1615-1624 moet zijn gemaakt

Als wij vervolgens vanuit dit punt lijnen naar de belanrijkste gebouwen trekken die daar omstreeks 1600 stonden kunnen wij de torenspitsen van namen voorzien.

Lijst van de mogelijke gebouwen volgens de zichtlijnen v.l.n.r. op volgorde van de zichtlijnen

1 Walburgkerk 1627                6 Martinitoren                         11 Pelstergasthuis

2 Martinikerk / Prinsenhof       7 Rodeweeshuis                      12 Broerkerk 1895

3 Poelepoort 1828                   8 Raad- en wijnhuis 1775         13 Aa-kerk

4 Ebbingepoort 1608/1629       9 Boteringepoort 1608/1629      14 Jacob en Anna gasthuis

5 Jacobijnen klooster 1674     10 Heerepoort 1600/1616           15 Buiten Aapoort 1620

Jaartal(en) achter de naam geven het moment of periode van afbraak.

Op de merklap zijn tussen de Poelepoort (3) en de Martinitoren (6) drie torenspitsen te zien. De torenspits achter het schip van de Martinikerk zou de Jacobijnen kloosterkerk (5) kunnen zijn. Dit komt overeen met de locatie volgens de zichtlijnen, maar dan moet deze wel voor de Martinikerk staan in plaats van er achter. De Walburgkerk (1) en het Prinsenhof (2) moeten volgens de zichtlijnen links van de Poelepoort (3) staan. Ook staat het Prinsenhof voor en niet achter de kerk, tenzij het een torenspits op het schip van de Martinikerk betreft. Mogelijk heeft de maakster uit artistieke en of practische redennen deze locaties enigszins aangepast. Zo zou het plaatsen van de kloosterkerk en het prinsenhof voor de Martinikerk de duidelijkheid van de Martinikerk niet ten goede komen. Mogelijk heeft de maakster van de merklap ten gevolge van bebouwing en of begroeiing geen goed beeld van het linker deel van de stad gehad en dit naar beste weten ingevuld. En dan is het aannemelijk dat je deze gebouwen rechts van de poelepoort binnen de stadsmuren plaatst. Als de A-kerk vanwege de rode bakstenen in rood is geborduurd, kan de Walburgkerk mogelijk vanwege de loden dakbedekking in blauw zijn geborduurd. Volgens een beschrijving in Wikipedia werd de loden dakbedekking van de Walburgkerk tijdens een belegering gebruikt voor de produktie van kogels. De lokaties van  de andere gebouwen komen redelijk overeen met de plaats die ze volgens de zichtlijnen zouden moeten hebben.

De molens

Op de merklap staan links van de Aa-kerk geen molens. Dit komt overeen met de molens die op de kaart van Nicolaas Geelkerken in 1616 zijn getekend. De molen bij de Kranepoort op de kaart valt volgens de zichtlijnen buiten de Aa-poort. Dit komt overeen de molen op de merklap. Tussen de zichtlijnen van de Aa-poort en de Aa-kerk bevinden zich op de kaart nog twee molens. Deze staan ook op de merklap, maar dan iets te veel naar links. De meest linkse molen voor de Aa-kerk op de merklap staat niet op de kaart afgebeeld.

Windhanen en Latijnse kruisen

Zoals op de merklap te zien is waren de meeste torenspitsen voorzien van een windhaan met windkruis. Dit komt overeen met oude tekeningen van deze gebouwen. De windhaan diende niet alleen voor het aangeven van de windrichting maar diende van oudsher vooral om het gebouw te beschermen tegen blikseminslag. Men geloofde dat de haan het onheil kon afweren waardoor het ook wel weerhaan werd genoemd. Tijdens de kerstening zocht men om de haan te handhaven naar een relatie met de bijbel. Het werd gevonden in de verloochening van Jezus (Markus 14:72).

De torenspits van het Jacob en Annagasthuis heeft mogelijk ten gevolge van Rooms-katholieke invloeden een Latijns kruis en geen windhaan. Zo kon in 1539 het aantal plaatsen met 5 worden uitgebreid door een legaat van mr. Ulphart Sibrandes, proost te Loppersum. Een proost is een geestelijk leider van een Rooms-katholieke instelling.

De torenspitsen van de Poelepoort en Aa-poort zijn eveneens voorzien van een Latijns kruis. Op oude tekeningen zijn deze echter voorzien van een vlag.

Verder zien we nog een Latijns kruis op het schip van de Aa-kerk of er achter en op de Pelster gasthuis.

Torenklokken

Opvallend is dat de beide torenklokken slechts een wijzer hebben, of ze zouden al in elkaars verlengde moeten staan, wat voor een artistieke weergave niet gebruikelijk is. Oorspronkelijk hadden alle klokken slechts een wijzer. Later toen men de tijd nauwkeuriger wilde kunnen aflezen werden er twee wijzers gebruikt. Ik heb niet kunnen vinden wanneer de wijzerplaten werden voorzien van twee wijzers. Waarschijnlijk gebeurde dit na de uitvinding van het slingeruurwerk door Christaan Huygens in het midden van de 17e eeuw, toen de klokken door zijn vinding nauwkeuriger werden en het zinvol werd dit ook zichtbaar te maken d.m.v. twee wijzers. De klok in de martinitoren kreeg pas in 1866 zijn tweede wijzer (Martinitoren, blz.92).

Huismerk en vogel

Het merk doet ook denken aan een Christusmonogram waarbij het andreaskruis onvoltooid is. Dit is echter onwaarschijnlijk, want als wij de twee schuine lijnen doortrekken komen wij in conflict met de letter P en de drie lijntjes links, die overigens kenmerkend zijn voor een huismerk. Ter onderscheiding van het merk van een broer die het zelfde merk gebruikte werd aan het oorspronkelijk merk een streepje toegevoegd of weggelaten. Ook is de horizontale lijn niet in overeenstemming met het Christusmonogram. Huismerken zijn veel ouder dan familiewapens en werden in heel noord west Europa gebruikt. Het op de merklap geborduurde huismerk is mogelijk een verwijzing naar de familie van de maakster. Helaas heb ik deze in de diverse bronnen waaronder de uitgebreide verzameling huismerken in “Groninger gedenkwaardigheden” niet kunnen vinden.

Ook de geborduurde vogel kan een verwijzing naar de familie van de maakster zijn. Mogelijk is het de gouden raaf die de familie Raeve als familiewapen voerde.

Deze familie Raeve komt voor in de kwartieren van de in 1679 te Oldehove begraven Anna Clara Maniel, dochter van jonkheer Johannes van Maneel en Johanna Maria Kijff (of Kuiff). Zij trouwde 04-06-1671 te Oldehove met de Jonker / Hoofdeling Doedo Alhard Huninga van Oostwold 1647-1685. Zij woonden op de Englumborg ten noordwesten van de stad Groningen, even ten noorden van Oldehove. Haar tante Anna Catharina Kijff (ook genaamd Frens), weduwe van Tjaert tho Nansum hertrouwde in 1652 met Herman de Sighers. Zij woonden op de borg Hankema, ten westen van Groningen bij Zuidhorn.

De  familie Kijff voert drie vogels (mogelijk kieviten) in hun familiewapen.

Deze borgen en of steenhuizen zijn ontstaan uit één of meer heerden waarvan de eigenaren huismerken zullen hebben gebruikt om hun hun eigendommen te merken en overeenkomsten te tekenen. Het was dan ook niet ongebruikelijk het merk in hun familiewapen op te nemen.

ANNO 1679, DEN 15 JANNUARI, STURF DE HOOGEDELGEBOREN VROUW ANNA CLARA HUNNINGA GEBOREN VAN MANIEL, VROUW OP ENGLUMBORGH, OUT 30 JAREN, 7 MAANDEN, 21 DAGEN.

Kwartieren:. MANIEL - KYFF. / ENTENS - MEPSCHE. / OLDENBOECKUM - VOORST. / UFKENS - BEUSLAEGER. /NAGEL - SCHLANNYG. / HOLDINGD - MUNSTER. / VAN DER GOEY - RAEVE. / ENTENS - MEDOOG. GDW, blz. 548, nr. [3017].

Conclusie

Er is geen afbeelding van de stad gevonden die precies overeenkomt met de merklap. Waardoor het niet waarschijnlijk is dat de lap in de 18e eeuw naar een voorbeeld uit de 16e eeuw is gemaakt. Het zal dus een origineel werk zijn dat tussen 1577 en 1640 door een adellijke dame of meisje uit een welgestelde familie is geborduurd. Zij zal ten noorden of ten westen van de stad hebben gewoond en vrijwel zeker omstreeks 1610 voor de voltooiing van de stadsuitbreiding (1624) en de Martinitoren (1627) met het borduren zijn begonnen. Mogelijk heeft zij er meerdere jaren aan gewerkt en als een der laatste gebouwen de A-kerk hebben geborduurd toen deze was voorzien van een ui als torenspits. Maar de absolute zekerheid betreffende de datering van het doek kan alleen worden verkregen door materiaal technisch  onderzoek, bijvoorbeeld door een C14 tijdsbepaling van het doek, verfstoffen en of garens.

 

Dit artikell is ook gepubliceerd in "Stad & Lande", jaargang 28,, nummer 2, 2e kwartaal 2019, blz. 32 t/m 37.

Bronnen:

Merklap:

http://www.museon.nl/nl/collectie-online

Gravures:

http://beeldbankgroningen.nl

http://wereldaanboeken.ub.rug.nl/

https://www.groningerarchieven.nl

Martinitoren:

https://nl.wikipedia.org/wiki/Martinitoren

Martinitoren, Frans Westra, 2009, ISBN 978 90 5452 209 6

https://historiek.net/geschiedenis-van-de-martinitoren-in-groningen/41972/

Sint-Walburgkerk: 

https://nl.wikipedia.org/wiki/Sint-Walburgkerk_(Groningen)

A-kerk:          

https://nl.wikipedia.org/wiki/Der_Aa-kerk

https://www.blgroningen.nl/locaties/deraakerk/geschiedenis

Huismerken:   

http://www.redmeralma.nl/huismerken.htm

Borgen:          

De Ommelander borgen en steenhuizen, door: W.J. Formsma, R.A. Luijtjens –Dijkveld Stol en A. Pathuis.

 
  • Home
  •