Beschrijving van de Warmbloed paardenstal van de heer Jan Pieter de Groot te Noordbroeksterhamrik gemeente Noordbroek (nu Menterwolde).
Geschreven januari 1937 door Gerard
de Groot
(23-1-1916 / 18-3-2004).
Oom Gerard vertelde graag
over de paarden van mijn grootvader. Hij sprak hierover, vol
bewondering en enthousiasme, alsof het gisteren
gebeurd was. Alle personen die hij in zijn beschrijving noemt,
staan op enkele uitzonderingen na, vermeld met hun initialen
en
familienaam. Bij de personen waarvan ik met zekerheid de voornamen heb
kunnen achterhalen, heb ik de initialen vervangen door hun
voornamen. Ook heb ik de oude spelling waarin in het stuk geschreven is
vervangen door de nieuwe.
Hier volgt eerst de beschrijving van de paarden, die voor 1925 een deel van de stal uitmaakten, aan welke paarden het radicaal preferent werd verleend.
In 1890 werd door de heer Sibolt Heikes de Groot een drie jarige lichtbruine merrie aangekocht voor f 575,- van de heer Sebo Roelfs Lantinga te Nieuw-scheemda. Deze merrie genaamd Imke werd in mei op de keuring te Nieuwolda gekeurd en preferent verklaard te Winschoten. De beste merries werden in die tijd uitgezocht op de plaatselijke stamboekkeuring om in Winschoten weer te worden gekeurd voor het radicaal preferent. Imke heeft hier 2 merrie veulens ter wereld gebracht, welke later zijn verkocht n.l. 1 als enter aan de heer Abel de Groot te Beersterhogen en de andere als twenter aan de heer Jacob Eelsema te Heveskes. Emke werd daarna verkocht aan de Remonte voor f 700,-
Foto links: het meten van de schofthoogte van een Groninger paard tijdens de nagespeelde paardenkeuring op 11 september 2010 in Midwolda. De meetstok is een multifunctionele wandelstok waar een meetstok uit wordt geschoven. Het paard is gebrandmerkt met de klaverblad van de vereniging "Het Groninger Paard". Het klaverblad is gekozen als symbool van onafhankelijke boeren. Het komt voor in familiewapens langs de kuststrook van Friesland tot in Denemarken. In Nederland worden de paarden tegenwoordig gechipt en mogen niet meer gebrandmerkt worden.
In 1895 werd een zwart wit voet merrie veulen verkocht aan de heer Jan Pieter de Groot van de heer Sibolt Heikes de Groot. Dit veulen genaamd Aukeline, vader Hercules, deze hengst stond bij de heer Kornelius Jurjens van Deen te ’t Zand, moeder Lusi, stamboek merrie gekocht van de heer Rademaker te Schildwolde. Als veulen, enter, twenter en drie jaar op alle in de provincie Groningen deel genomen keuringen heeft Aukeline steeds de kopplaats bezet. Als 2 jaar te ’s Gravenhage won ze de 2e prijs. Op 3 jarige leeftijd werd aan deze merrie het radicaal preferent verleend. Als 4 jaar had Aukeline een hengstveulen vader Willem I, deze is als enter gestorven. Hierna kon de merrie niet weer dracht en werd op 5 jarige leeftijd verkocht voor f 900,- aan de tentoonstellingscommissie voor de Wereldtentoonstelling te Parijs in het jaar 1900 ( De tentoonstelling werd Exposition Universelle genoemd, en werd gehouden van 15 april tot 12 november 1900) Aukeline nam deel in de klasse zwaar wagenslag en verwierf de eerste prijs een gouden medaille, welk aan mijn vader is toegezonden, daar die Aukeline had grootgebracht. Op de tentoonstelling werd de merrie in het span verkocht voor f 2700,- aan de heer Jurgens te Oss Noord- Brabant.
Foto boven: Jan Pieter de Groot met mogelijk Thea.Een particuliere correspondent schreef in “Het nieuws van den dag: kleine courant” van 10 september 1900 over “De Internationale Paardententoonstelling te Parijs”:
Parijs, 5 september.
Zoals in mijn vorig schrijven werd gezegd, was de jury dinsdag en woensdag werkzaam en werd de uitslag eerst heden bekend. Reeds gisteren piepen geruchten omtrent bekroningen, doch ik heb deze liever niet vermeld en gewacht tot officieel bekend was. Wie de gelukkigen waren. Echter heb ik bemerkt, dat u uit een ander blad mededelingen omtrent de bekroningen heeft opgenomen. Deze waren echter voorbarig en onjuist. Door de jury, bestaande uit de heren kapitein Punt, Mr. P. H. A. Tijdeman met 3 heren uit Frankrijk, zijn toegekend de navolgende prijzen:
1e prijs f500 en gouden medaille Roland,
van de heer H. A. Pauwen, te West Pannerden;
2e prijs f400 en zilveren medaille Mazeppa;
3e prijs f300 en bronzen medaille Luctor.
Beide paarden stonden op naam van Baron Mollerus van Westkerke te
Arnhem (Commissaris der Koningin in Gelderland). Zij zijn echter
eigendom van de Provinciale Commissie ter Bevordering der
Paardenfokkerij of eigenlijk van de provincie Gelderland.
Afdeling merries (niet gevraagd in andere afdelingen).
A. Merries niet hoger dan 1,60 m.
1e prijs f400 en gouden medaille Dorette
van de heer Herman
Welt 1867-1952 te Uithuizermeeden;
2e prijs f300 en zilveren medaille Ada
toebehorende
aan de commissie voor de inzending van paarden naar Parijs en door deze
aangekocht van de heer Detmers
te Oosterwolderpolder (Edzo
Reint Detmers 1864-1949 of zijn broer Detmer Reints Detmers
1871-1932) (Ada is geboren in
Gelderland;
3e prijs f250 en bronzen medaille Corri
toebehorende aan de heer Nantko
Cornelius Renken 1881-1954 te Scheemda
B. Merries hoger dan 1,60 m.
1e prijs f400 en gouden medaille Ankeline (moet
Aukeline
zijn), toebehorende aan de commissie voor de inzending van paarden te
Parijs en door deze aangekocht van de heer Jan Pieter de Groot 1867-1943 te
Noordbroeksterhamrik (Gr.);
2e prijs f300 en zilveren medaille Bio,
toebehorende aan de heer Pieter Mennes
Bos 1844-1919 te Zijldijk;
3e prijs f250 en bronzen medaille Amie,
toebehorende aan de commissie voor de inzending van paarden te Parijs
en door
deze aangekocht van de heer Wolderingh te Westpolder (dit is
waarschijnlijk Sebo
Eltjo Woldringh 1865-1960).
De concurrentie, die de Nederlandse paarden hadden, was niet noemenswaardig in hun afdelingen; bij de hengsten ontbrak zij geheel. Behalve de prijzen in de afdeling waren echter nog uitgeloofd prijzen tussen de verschillende paarden, bekroond met de 1e prijs in hun afdeling, zogenaamde championaatprijzen. Hiervoor was de onderafdeling met Franse rassen voor ons van ’t meeste belang. Daarin dongen de met de 1e prijs bekroonde uit Nederland mede. Voor de championaat-prijzen waren uitgeloofd: een prijs van f1250 en gouden medaille voor de hengsten en een prijs van f750 en gouden medaille voor de merries. Hierin concurreerde dus de prijswinner onzer hengsten Roland en bij de merries de beide prijswinnaressen in hare afdeling Aukeline en Dorette. Hadden de Nederlandse paarden in hun afdeling geen noemenswaardige concurrentie gehad, in deze afdeling voor de championaatprijzen was de concurrentie zeer zwaar. Al de bekroonde paarden uit Engeland, Oldenburg. Oost-Pruisen, Oost-Friesland, Holstein enz. kwamen voor de championaatprijzen deze onderscheidingen aan de Nederlandse paarden betwisten. Roland onder de hengsten en Aukeline en Dorette onder de merries maakten hierin een mooi figuur, hoewel hun niet de eer te beurt viel de hoogste onderscheiding te erlangen. De championaatsprijs voor hengsten ging naar Engeland (met een hackney-hengst), die der merries werd toegekend aan een Oldenburgse merrie. In de jury voor deze prijzen had geen Nederlander zitting.
De uitslag der behaalde prijzen vereist nog een kleine toelichting wat de eigenaren betreft. De vertegenwoordiging van de Nederlandse paardenfokkerij op de wereldtentoonstelling te Parijs werd reeds in 1898 besproken en het slot van die besprekingen was, dat besloten werd om te trachten gelden bijeen te zamelen, teneinde de kosten der inzendingen te dekken. Een Nederlander, die onbekend wenst te blijven, stelde f10.000 voor het doel beschikbaar, onder voorwaarde, dat door anderen gezamenlijk dezelfde som werd bijeengebracht. Toen stamboeken, landbouwmaatschappijen en particulieren gezamenlijke bijdragen van ruim f10.000 hadden geleverd, was er dus met deze f10.000 van de onbekende ruim f20.000. met de uitvoering en het bijeen verzamelen der paarden werden belast de heren B. den Ouden. Kapitein Punt en G. Eling Tichelaar. Deze drie heren verzochten enige eigenaren van, naar hun mening, uitstekende hengsten en merries hun paarden voor enige weken aan de commissie voor de inzending, af te staan, met de bedoeling om de paarden te Parijs ten toon te stellen en die na afloop van de tentoonstelling wederom aan hun respectieve eigenaren terug te zenden. Zo kwamen de drie hengsten en ongeveer de helft der merries te Parijs. De andere merries werden aangekocht door de commissie met de bedoeling om ze te Parijs ten toon te stellen en ze daarna te verkopen en de schade of de baten hiervan bleven voor rekening van de commissie. Onder de aangekochte behoorden de 1e en 3e prijswinnaressen der afdeling merries boven 1,60 m. en de 2e prijswinnares onder de afdeling merries hoger dan 1,60 m. Het merendeel der aangekochte merries was ingezonden op naam van de heren Den Ouden en G. Eling Tichelaar (te Loppersum). Geen der paarden stond op naam van kapitein Punt, waarschijnlijk omdat deze lid van de jury was. Misschien ware het beter geweest in dit geval dat kapitein Punt in de jury door een ander was vervangen.
Toen Roland, gefokt door en in eigendom van de heer Pauwen, tussen de meest uitnemende paarden uit andere landen stond, om te concurreren tegen de beste paarden uit die landen, bleef hij een ernstige mededinger. Zeer nauwkeurig werd hij door de jury opgenomen en hoog gewaardeerd. De beide andere hengsten uit Nederland, Mazeppa en Luctor zijn niet zonder verdiensten, Mazeppa draafde zeer goed, doch Luctor, hoewel van meer waarde dan Mazeppa scheen de reis te veel aangegrepen te hebben om een goed figuur te maken. zowel Mazeppa als Luctor zijn te Bergen op Zoom opgefokt en menigeen oordeelde de keuze dezer hengsten niet zeer gelukkig. De merries maakten in het algemeen een gunstige indruk, doch werd hierbij ook wel eens de opmerking gehoord, dat zij heel weinig overeenkwamen met de overgrote meerderheid der paarden, die in Nederland te koop zijn. De bedoeling der inzending is: om de Nederlandse paarden meer bekend te maken en om zodoende meer kopers naar Nederland te lokken. Nu redeneerden enkelen aldus: Als iemand de paarden in Parijs ziende, daarop naar Nederland komt om zulke paarden te kopen dan zal hij niet te koop vinden, wat hij zoekt; sommige paarden der inzending kon de commissie zelf niet eens kopen doch alleen lenen. Deze redenering gaat echter niet geheel op. Paarden overeenkomende met de paarden der inzending kan men wel in Nederland kopen en het is toch niet meer dan natuurlijk, dat voor een tentoonstelling het beste wordt uitgezocht. Ieder, die door de Nederlandse paarden, die nu te Parijs staan, wordt aangemoedigd om naar Nederland te komen om paarden te kopen, begrijpt toch ook dat het beste is ingezonden en komt alleen om te zien of ”dergelijke” paarden zijn te kopen. En hierin zal hij zich niet teleurgesteld zien. De opmerking, dat de keuze der paarden geen gelukkige is geweest, schijnt dan ook ongegrond.
Afbeelding boven: De entree naar de wereldtentoonstelling “Exposition Universelle” in 1900
De gehele inzending ziet er eenvoudig doch netjes uit. De bedienden zijn hetzelfde gekleed in bruin pak met oranjesjerp om de arm, waarop in zwarte letters “Pays Bas” is te lezen. De dekken der paarden zijn ook voorzien van de letters P(ays) B(as) en in de stallen ontbreekt de nationale vlag natuurlijk niet. Gelegenheid om de paarden voor het publiek in het tuig te vertonen bestaat niet; alleen met bijzondere toestemming kan ’s morgens voor 9 en ’s avonds na 5 uur een paard vertoond worden voor een koper. De paarden mogen het terrein in geen geval verlaten voor het einde der tentoonstelling. Zoals reeds opgemerkt zijn de stallen luchtig en ruim. De kosten van de bouw der stallen voor ongeveer 1700 paarden met de nodige bijgebouwen bedragen f400.000 De uitgeloofde prijzen bedragen f275.000. de gezamenlijke kosten worden geraamd op 1 miljoen gulden. Het geheel is groots. Men moet eerst enkele dagen de tentoonstelling hebben bezocht om er thuis te geraken, vandaar dat ik de bespreking van de bouw en gang der Nederlandse paarden, in verhouding tot die van paarden uit andere landen zal uitstellen tot mijn volgende brief.
In 1904 werd een 3 jarige bruine merrie aangekocht van de heer R. Haan te Delden bij Wagenborgen voor f 600,- . Deze merrie was genaamd Osanna en was door de heer Kramer te Weener hier in Groningen ingevoerd uit Oldenburg. Als 3 jarige merrie Osanna te Hellum in het stamboek opgenomen onder no. 1942G. Osanna heeft enige veulens gehad waar onder de beide merrie veulens Zanna en Azanna . Azanna werd later verkocht aan de heer Jakob Wiert ten Have te Noordbroek, die van deze merrie een prachtig stal paarden fokte. Het merrie veulen Zanna geboren in 1905 was zwart, a.w.v. vader Emir 82G. Osanna is in 1907 in een sloot geraakt en aan de gevolgen gestorven. Zanna werd als 3 jaar in het stamboek opgenomen onder no. 2602G. Deze merrie heeft in het totaal 18 veulens gehad, waaronder de later zeer bekende preferente premie merrie Lieria en Sperga.
1 april 1907 werd door mijn vader een 3 jarige merrie Thea aangekocht van de heer Lambertus Geertsema te ’t Waar voor f 600,-. Aan deze merrie werd in mei op de keuring te Nieuwolda het radicaal preferent verleend. Op de centrale keuring te Groningen behaalde Thea als 3 jaar de 3e prijs. In de zelfde zomer was in ’s Gravenhage een internationale tentoonstelling. De provinciale vereniging ter bevordering der paarden fokkerij in Groningen zond op deze tentoonstelling een groep Groninger merries in om de Groninger vlag hoog te houden, onder deze merries bevond zich ook Thea, die daar de 4e prijs heeft verworven. Thea heeft 2 hengstveulens gehad, beide paarden zijn als 3 jarige ruin verkocht voor f600,- per stuk, 1 aan de heer Viëtor te Weener Duitsland, de andere aan de heer Bolt te Groningen, die eveneens Thea kocht voor f 700,-, daar deze merrie niet meer drachtig wilde worden.
In 1917 werd Sperga geboren, een volle zuster van Lieria. Dit veulen was bruin a.w.v. Als twenter stond ze op de centrale keuring te Groningen op het tal. Als 3 jaar werd Sperga preferent verklaard en opgenomen onder no. 4720G. Op de centrale keuring 1920 dus als 3 jaar werd ze in de rubriek fokmerries bekroond. Sperga heeft bij ons 2 lichtbruine bles met w.v. merrie veulens gehad, vader van beide veulens was Simon 240G premie hengst Asperga en Hemi. Een van deze beide veulens is als enter verdronken in een sloot, Asperga. Het andere veulen was genaamd Hemi. Sperga is daarna voor een hoge prijs naar Keulen verkocht. Met de ruin Richard in het span. Twee prachtige lichtbruine paarden van hoge klasse. (volgens zijn broer Jakob de Groot werden de beide paarden van zijn vader voor een bierwagen van een grote brouwerij in Keulen gespannen. Dit was een grote eer, want hiervoor gebruikten ze alleen de allermooiste paarden). Zanna 2602G is preferent verklaard op haar afstammelingen Lieria en Sperga. In 1923 is Zanna op 18 jarige leeftijd verkocht voor f 250,- aan de heer Siert Dallinga te Nieuw-Scheemda. De oude merrie was toen drachtig van Simon 240G, bracht bij Dallinga een hengstveulen dat wij aankochten voor f 140,- genaamd Jargo geboren in 1923. de heer Dallinga verkocht Zanna op 19 jarige leeftijd, een jaar later dus, weer drachtig van Simon 240G voor f 500,- aan de heer J. Sloots te Zuidlaren. Zanna bracht hier een zwart merrie veulen genaamd Liefke. Op 20 jarige leeftijd bracht de merrie weer een zwart merrie veulen vader Columbus genaamd. Nireda geboren 1925 dit was Zanna ’s laatste veulen. Op 20 jarige leeftijd is deze dappere best fokkende edele merrie gestorven. Als enter werd Nireda van de heer Sloots gekocht voor f 400,- Hemi de kleine bruine dochter van Sperga werd met Liefke van de heer Sloots geruild. Zo deden ook de beide laatste veulens van Zanna hun intrede in de oude stal van hun moeder en grootmoeder. Zo hebben wij alle 18 veulens van Zanna in ons bezit gehad.
In 1927 is Jargo als 4 jarige ruin verkocht aan de heer H. Perdok te Appingedam voor f 450,- Liefke is als 3 jaar in het stamboek opgenomen en verkocht aan de verloting te Winschoten voor f600,- Nireda werd in 1928 in het stamboek opgenomen onder no. 6087G. In 1930 werd ze stermerrie. In 1929 en 1931 heeft Nireda een hengstveulen geworpen, beide vaders Heridon 302G premie hengst. Deze veulens zijn genaamd Max en Kees. De merrie Nireda kan thans niet meer drachtig. Zo sterft jammerlijk dit schone edele paarden geslacht, dat zijn grondvest vindt in Oldenburg uit, daar er geen merrie is die deze lijn kan voortzetten.
Thans volgt de beschrijving van de stal sinds 1925.
Nireda is tot de 13 jarige leeftijd bij ons op de boerderij gebleven. Is verkocht 24 februari 1938 aan Jonker Koekange. De ruin Kees is in augustus 1939 gevorderd voor het Nederlands leger te Zuidbroek voor f 595,-. De ruin Max is in december 1940 gevorderd te Noordbroek door het Duitse leger voor f 900,-.
Zoons van Zanna
Richard lichtbruine ruin kol achter witte voeten verkocht met Sparga in span naar Keulen. Jobin donker bruine ruin kol achter witte voeten. Verkocht aan Frits Haan te Nieuwolda. Wandaal donker bruine ruin, is tot drie jaar aangehouden als hengst en op de hengsten keuring in Groningen afgekeurd. Is gelijk met Jobin in span verkocht aan Haan te Nieuwolda. Yham bruine ruin, bles voor een witte voet, achter witte voeten vader Gomanus geboren april 1908. is aangehouden als hengst en liep als enter en twenter in de weide bij Winsum. In 1921 op de centrale hengstenkeuring in Groningen afgekeurd. Yham is als ruin aangehouden op het bedrijf. Yham is 12 jaar geworden en is in mei 1930 gestorven aan maandagziekte en longontsteking. Jargo vader Simon licht bruine ruin geboren in 1923 is als 4 jarige verkocht aan R. Perdok te Appingedam.
Zoon van Sparga.
Jarion geboren april 1923 vader Simon 240G bruine hengst druip kol achter witte voeten. Aangehouden als hengst. In april 1925 op 2 jarige leeftijd is Jarion aan een ziekte van korte duur afgemaakt en geslacht door gebr. Bollegraaf in Hellum. Jammer Jarion was een hengst van klasse.
Geboren 1914
vader Wilfried 154G pref.pr.h.
moeder Zanna 2602G pref.st.m. dochter
van Emir 82G pref.pr.h
en Osanna 1942G
Fokker en eigenaar: Jan
Pieter de Groot te
Noordbroeksterhamrik
Kleur: kastanjer bruin, achter witte
sokken
Hoogte 1,62 meter
Verworven
premiën
1914 aanhoudingspremie locale keuring
te Hellum
1915 1e
prov. premie, rang no. 1
1916 1e
prov. Premie, rang no. 1 van 65 paarden
1917 preferent verklaard
1917 1e prov
premie, rang no. 1 in de preferente
klasse
Op 4 jarige leeftijd kreeg Lieria door een ongeluk met een eg door een der tanden een dik achterbeen, dit been is nooit weer genezen, bloedvergiftiging. Op 5 jarige leeftijd werd Lieria verkocht aan de heer L ten Have te Korengarst gemeente Noordbroek voor f 1000,-
Wilfried (de vader van Lieria) werd als veulen ingevoerd uit Oldenburg door de bekende importeur van dien tijd Berend Ridder te Harkstede. Wilfried is Ridders grootste triomf geworden, Ridder verkocht Wilfried als 4 jarige hengst aan Grijpskerk voor f 30.000,- Wilfried gaf tal van stamboek preferente en preferente premie merries o.a. de bekende merrie Frelona. Verder zijn er tal van stamboek en premie hengsten van Wilfried, zijn zoon Regelus werd preferent verklaard. Vele paarden in de provincie Groningen voeren Wilfried bloed, de een meer de andere minder. Wilfried is preferent verklaard en heeft vele premien verworven. Op de premie keuring in 1922 zijn Ridder en Wilfried gehuldigd door de provinciale vereniging van het Groninger paarden stamboek.
Op de foto de huldiging van Berend Ridder en Wilfried tijdens de premie keuringen in 1922 door de provinciale vereniging van het Groninger paarden stamboek. Berend Ridder is de grootvader van Aafke Ridder die in 2004 trouwde met Dirk Abe de Groot, zoon van Sibolt Heiko de Groot, neef van Gerard de Groot, de schrijver van dit verhaal.
Dit verhaal is geschreven in januari 1937 door Gerard de Groot 1916-2004.
De liefde voor het paard is nog steeds in de familie aanwezig. De achterkleindochter van Jan Pieter de Groot, Jannette Jose de Groot en haar dochter Elise Marjolijn Kortleve rijden beide paard.
Op de foto boven: Links Elise met haar paard Eva en rechts Jose met haar paard Brend.
Foto boven: Elise longeerd haar paard Adje.
Foto boven: Elise wordt geïnterviewd door TV Drenthe na haar deelname aan de 3e oefencross op het defensieterrein in Assen. De 290 combinaties uit Nederland en Duitsland moesten het parcours van 3800 meter met diverse natuurlijke hindernissen op een zo goed mogelijke tijd met zo weinig mogelijk strafpunten rijden. De rapportage is te zien als onderdeel van "TV Drenthe Nu" van zaterdag 2 mei 2015 op You Tube vanaf 4.40 tot 6.52 TV Drenthe Nu .
Elise met haar paard Adje tijdens de Cross Ronostrand 28 september 2019 (foto: John Bruininck).
Foto's boven: Ook in Klaipeda (Litouwen) is er bij de familie de Groot een grote belangstelling voor het paard. Links Jakob Paul met met Jokubas en Augustas ieder op een pony rechts Kamile in de stal van de manage.
Het Groninger paard staat nog steeds in de belangstelling. Op zaterdag 11 september 2010 werd op het erf van boerderij Hermans Dijkstra te Midwolda een historische paardenkeuring zoals deze vroeger in de provincie Groningen werd gehouden nagespeeld.
De kleinzoon van Jan Pieter zijn achterneef Derk Tonko Barlagen (zoon van Eetje de Groot) was ook een groot paardenliefhebber.
Paardenman
Barlagen overleden.
Zo schreef Dagblad van het Noorden op 1 februari 2012. Allround
paardenman Derk Tonko Bariagen is op 90 jarige leeftijd overleden. De
herenboer uit de Reiderwoiderpolder (Finsterwolde) had een grore
voorliefde voor volbloedspringpaarden. Paarden als Hubertus, Luitenant
en Rebel werden
door hemzelf getraind en op wedstrijden uitgebracht
door Harry Wouters van den Oudenweijer. Barlagen stond bekend om zijn
grote kennis van springpaarden, ruiters en trainers. Hij was lid van
meerdere hengstenkeuringscommissies en keurde het later legendarische
en onlangs overleden springpaard Hickstead goed als dekhengst. Het
internationale jurylid begeleidde meerdere keren als chef
d'équipe de Nederlandse springruiters op de Olympische
Spelen. Derk Tonko
Barlagen
was landbouwer op boerderij nr.202 (BB.Beerta) "Onnes heerd" in de
Reiderwolderpolder Hij is aldaar geboren op 20 mei 1921 en overleed 28
januari 2012, 90 jaar oud te Hoogezand.